
- Ik ben de Elfstedentocht, jouw Tocht, die je bevrijd heeft van een leven zonder zin, zonder winter, zonder wonder.
- Naast Mij zul je geen andere tocht dulden. Zet andere tochten niet op een voetstuk, of het nu is in Oostenrijk, Japan, Zweden of elders. Laat dat soort tochten je leven niet beheersen, want Ik ben de enige ware Tocht. Laat je hart niet verliezen aan andere tochten – ze halen het niet bij Mij. Schaatsers die mij niet hoogachten, zullen daarvan de gevolgen ondervinden – zij en de generaties na hen. Maar wie Mij trouw blijven en leven naar de geest van de Tocht, zal het goed gaan.
- Spreek niet achteloos over de Elfstedentocht. Wie dat doet, voelt het op het ijs, want iedereen die dat doet zal daarvan de gevolgen ondervinden.
- Zorg dat je iedere week op de zevende dag rust neemt. Je hebt zes dagen om te trainen en aan je techniek, snelheid en conditie te werken. Maar de zevende dag is de speciale rustdag, gewijd aan de Elfstedentocht, jouw Tocht. Dan rust je, net als ieder ander die onder jouw hoede valt. Op die dag sta je stil bij alles wat de Tocht je heeft gebracht.
- Heb eerbied voor de Elfstedenschaatsers die je zijn voorgegaan. Als je dat doet, zul je tot op hoge leeftijd kunnen schaatsen.
- Breng je medeschaatsers geen letsel toe – en dood ze al helemaal niet.
- Heb je beloofd samen het hele traject te volbrengen? Laat je metgezel dan niet halverwege achter.
- Je mag geen stukken van de route afsnijden, noch je op een andere wijze dan schaatsend of klunend voortbewegen.
- Spreek geen onwaarheden over je medeschaatsers.
- Zet je zinnen niet op wat van je tochtgenoot is – niet op zijn schaatsen, pak, helm of partner.
Tien Geboden
De bovenstaande variant op de Tien Geboden is natuurlijk grotendeels onzin. Maar wie met duizenden over Fries natuurijs trekt, weet: zonder regels wordt het chaos. Dat geldt ook voor pelgrims, voor een volk in de woestijn, en voor mensen onderweg in het leven. Voor iedereen dus.
Zo’n 3500 jaar geleden ontving Mozes de Tien Geboden op de berg Sinaï, midden in de woestijn. De Elfstedentocht kent geen Sinaï, maar de Bonkevaart heeft ook iets van een eindpunt met een belofte. De geboden van Mozes vormden de kern van het verbond tussen Jahweh en de Israëlieten. Je kunt ze zien als een minimale set van essentiële richtlijnen, bedoeld om goed samen te leven—met God, en met elkaar. Samengevat: heb Jahweh lief met heel je hart, ziel, verstand en kracht, en heb je naaste lief als jezelf.
De eerste leugen
In het paradijs ging het zonder de Tien Geboden goed—totdat de eerste leugen zijn intrede deed. En wat voor één. De meest geniepige ooit, met verstrekkende gevolgen. De slang zei tegen Eva: ‘Is het echt zo dat God heeft gezegd: U mag niet eten van alle bomen in de hof?’ Een subtiele verdraaiing, maar genoeg om Gods goedheid in twijfel te trekken. Het zaad van wantrouwen was geplant.
Vanaf dat moment kampte de mens met een relatieprobleem: vervreemd van zichzelf, van de ander en van God. De wachtkamers van psychologen, sociologen en pastoraal werkers zitten sindsdien vol met mensen die worstelen met die vervreemding.
C.S. Lewis en het konvooi
Tijdens de oorlog sprak C.S. Lewis via de radio het Engelse volk moed in. Tussen de luchtalarmen door gaf hij les in moraal. Een van zijn beelden blijft hangen: stel je een konvooi marineschepen voor, onderweg van Engeland naar Amerika. Wil dat goed gaan, dan moet aan drie voorwaarden worden voldaan:
- Elk schip moet in goede staat zijn.
- De schepen mogen onderling niet botsen.
- Het konvooi moet een doel, een bestemming hebben.
Lewis gebruikte het beeld om duidelijk te maken dat samen optrekken verantwoordelijkheid vraagt—zowel voor jezelf als voor het geheel.
Vandaag lijkt alleen regel 2 nog te tellen: zolang je een ander niet schaadt, is het goed. Maar regel 1 is net zo belangrijk. Als een schip niet deugt, raakt het defect—of erger: het zinkt. Daarmee benadeelt het het hele konvooi.
In de Bijbel lees je dat je persoonlijke kwaliteit ertoe doet. Het is goed om eigenschappen te ontwikkelen zoals moed, mededogen, nederigheid en liefde. En om af te rekenen met hebzucht, lafheid, arrogantie en ongevoeligheid. Dat maakt niet alleen jezelf, maar ook het geheel sterker.
En dan is er nog de bestemming: regel 3. Een vloot heeft pas zin als die ergens heen vaart. Voor Elfstedenrijders is dat de Bonkevaart in Leeuwarden. Voor pelgrims: de Weg, de Waarheid en het Leven.
Jezus en de geboden
Jezus gaat verder dan de letter van de wet. Neem het zevende gebod: ‘Pleeg geen overspel.’ Jezus zegt: ‘Wie naar een vrouw kijkt om haar te begeren, heeft in zijn hart al overspel gepleegd.’ En over naastenliefde: ‘Heb uw vijanden lief, zegen wie u vervloeken, doe goed aan wie u haten, en bid voor wie u beledigen en vervolgen.’
Het is een hoge lat. Wie haalt dat? Volgens de Bijbel: niemand. Er is niemand die volmaakt goed doet. Niet één.
Of het nu gaat om gedachten, woorden of daden—ieder mens gaat dagelijks wel ergens de mist in.
En dat maakt je bescheiden.